Rapporten N

Rapporten (N) over mijnbouwschade en geïnduceerde aardbevingen in Noord-Nederland:

Nationaal Coördinator Groningen

De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is een Nederlandse overheidsinstantie die is opgericht in 2015 om de afhandeling van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen te coördineren en de versterkingsoperatie van woningen in het aardbevingsgebied te leiden. De NCG heeft als doel om de veiligheid en leefbaarheid in het Groningse aardbevingsgebied te verbeteren. Daarnaast is de NCG verantwoordelijk voor het uitvoeren van maatregelen om de gevolgen van de gaswinning in Groningen te verminderen en voor het versterken van gebouwen in het aardbevingsgebied. De NCG werkt nauw samen met het IMG (Instituut Mijnbouwschade Groningen) en andere betrokken partijen om de afhandeling van schadeclaims en de versterkingsoperatie in goede banen te leiden. NCG is een samenwerking van de Groninger gemeenten in het aardbevingsgebied, provincie Groningen en Rijksoverheid. De NCG valt onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Validatieonderzoek rapporten Arcadis ‘Schade buiten de Contour’ – Fase 1. TU Delft (14-7-2016).

Onderzoek meetinstrumenten stap 3. AnteaGroup (10-7-2017).

Onderzoek naar de oorzaken van bouwkundige schade in Groningen. Methodologie en case studies ter duiding van de oorzaken. TU Delft (11-7-2018).

Nederlandse Aardolie Maatschappij

De Nederlandse Aardolie Maatschappij, ook wel bekend als NAM, is een joint venture tussen Royal Dutch Shell en ExxonMobil die verantwoordelijk is voor het winnen van olie en gas in Nederland. NAM is opgericht in 1947 en is momenteel een van de grootste energieproducenten in Nederland. Het bedrijf heeft verschillende productielocaties in Nederland, waaronder het Groningenveld, het grootste aardgasveld in Europa. NAM is betrokken geweest bij enkele controverses in Nederland vanwege de aardbevingen in Groningen die door gaswinning werden veroorzaakt. Het Centrum Veilig Wonen (CVW) was een organisatie die is opgericht als gevolg van de aardbevingsproblematiek in de provincie Groningen als gevolg van de gaswinning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Het CVW was tot eind 2017 verantwoordelijk voor de afhandeling van schadeclaims van bewoners en bedrijven in het gebied als gevolg van de aardbevingen. Het CVW werkte in opdracht van de NAM en had als doel om de schadeclaims op een snelle en adequate manier af te handelen, en om de bewoners te ondersteunen bij het herstellen van de schade aan hun woningen en gebouwen. Het CVW is opgericht in 2015 en heeft sindsdien duizenden schadeclaims behandeld en herstelwerkzaamheden gecoördineerd. De organisatie is echter ook onderwerp van kritiek vanwege de wijze waarop de schadeclaims werden afgehandeld en de snelheid waarmee de schade werd hersteld.

Overeenkomst van Samenwerking, 1963 (versie DVHN 31-1-2018)

Overeenkomst van Samenwerking, 1963 (versie officiële bekendmakingen 7-2-2018)

Overeenkomst van Samenwerking tussen de Staat der Nederlanden / Staatsmijnen in Limburg en de Bataafse Petroleum Maatschappij (B.P.M.) / Standard Oil Company (New Jersey) van 4 maart 1963.

Geheime side letter aan de minister van Economische Zaken over het Groningse aardgasproject (DVHN 31-1-2018).

Brief van B.P.M, New Jersey en de NAM aan minister De Pous waarin ze hem
bedanken dat hij akkoord is gegaan met het oprichten van een maatschap,
maar dat deze wordt opgevat als een N.V. met twee aandeelhouders,
namelijk de Staatsmijnen en de NAM (27 maart 1963).

Meeropbrengst regeling Groningen uit 1972 (DVHN 30-5-2018).

In de Meeropbrengst regeling Groningen (MOR) uit 1972 staan nieuwe prijsafspraken
tussen de Staat en de Staatsmijnen / oliebedrijven toen de olieprijzen begin jaren
zeventig omhoog gingen.

Overeenkomst Groningen-NAM (31-8-1983).

Overeenkomst Rijk-NAM (31-8-1983).

Studieresultaten betreffende ongelijkmatige zakkingen in verband met aardgaswinning in de provincie Groningen. Deelstudie I: Mogelijkheid van breukbeweging door gasproduktie uit het Groningen gasveld. Commissie Bodemdaling door aardgaswinning (maart 1987).

Studieresultaten betreffende ongelijkmatige zakkingen in verband met aardgaswinning in de provincie Groningen. Deelstudie 2: Mogelijkheid van schade aan de bebouwing door wijzigingen in het peil van polder- en boezemwater. Commissie Bodemdaling door aardgaswinning (maart 1987).

Seismisch hazard van geïnduceerde aardbevingen Rapportage fase 1. TNO-NITG (november 2003).

Seismisch hazard van geïnduceerde aardbevingen Rapportage fase 2. TNO-NITG (januari 2004).

Deterministische hazard analyse voor geïnduceerde seismiciteit. TNO-NITG (7-4-2004).

Kalibratiestudie schade door aardbevingen. TNO (11-11- 2009).

Gebouwschade Loppersum; Methodiek voor onderzoek naar de oorzaak van gebouwschade. Deltares en TNO-bouw (9-9-2011).

Raaien onderzoek Electraboezem 2e schil. Deltares (10-1-2012).

Deterministische hazard analyse voor geïnduceerde seismiciteit in Nederland. TNO (25-6-2012).

Seismisch hazard van geïnduceerde aardbevingen. Integratie van deelstudies. TNO-KNMI (24-12-2012).

Protocol Schadeafhandeling. Beschrijving van de afhandeling van schade aan gebouwen als
gevolg van aardbevingen door gaswinning uit Groningen-gasveld.
 NAM (augustus 2014).

Pilots bodemdaling aardbevingsgebied Groningen. Verkennend onderzoek ongelijkmatige bodemdaling landbouwpercelen op twee pilotlocaties. Sweco Nederland (5-9-2016).

Protocol Schadeafhandeling. Beschrijving van de afhandeling van schade aan gebouwen als
gevolg van aardbevingen door gaswinning uit Groningen-gasveld.
 NAM (1-11-2016).

Onderzoek naar de vlakte- en diepteligging van landbouwdrainage pilotlocatie 2. Sweco Nederland (3-8-2017).

Statusrapport 2020 en Prognose tot het jaar 2080. Bodemdaling door aardgaswinning in Groningen, Friesland en het noorden van Drenthe. NAM (december 2020).

Onderzoeksrapporten. NAM.

Commissie Bodemdaling

De Commissie Bodemdaling is in 1984 ingesteld op grond van de bodemdalingsovereenkomsten tussen de NAM en de provincie Groningen en de NAM en het Rijk. De taak van de Commissie is om vast te stellen welke maatregelen moeten worden getroffen om schade a.g.v. bodemdaling door gaswinning te voorkomen of te compenseren en na te gaan wat daarvan de kosten zijn. De Commissie bestaat uit 6 deskundigen, waarvan de Provincie, resp. het Rijk en de NAM steeds ieder de helft benoemen. Zij benoemen tevens voor ieder lid een plaatsvervangend lid. Over de benoemingen wordt van te voren overlegd door de Provincie en het Rijk. De benoemingen gelden voor 3 jaar, herbenoemingen zijn toegestaan.